Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
In januari zijn de nachten
Veel langer dan de dagen
De kille straten glad en donker
Voor de zoveelste keer ben ik weer onderuit gegaan
Er komt geen einde aan de kou
Het doelloos blijven wachten
Terwijl ik me loop af te vragen:
Wat doe ik verder zonder jou?
Zonder jou ben ik alleen
Zonder jou ben ik alleen
Zonder jou moet ik mijn eigen gang gaan
Er kunnen andere tijden komen
Dat blijf ik steeds geloven
Maar het is zo eenzaam daarop te wachten
Voor de zoveelste keer ben ik de stad weer ingegaan
Ik teken letters op een raam
Die in tranen naar beneden stromen
Er blijft maar weinig anders over
Dan de vage sporen van jouw naam
Zonder jou ben ik alleen
Zonder jou ben ik alleen
Zonder jou moet ik mijn eigen gang gaan
Zonder jou ben ik alleen
Zonder jou ben ik alleen
Zonder jou moet ik mijn eigen gang gaan