Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Je zit die avond in je kamer
En buiten woedt de oorlog
Het is alsof de wereld vergaat
Maar je ziet het niet
Want de gordijnen zijn gesloten
Terwijl de muziek op volle sterkte staat
Maar ook toen je nog buiten was
En rustig liep te winkelen
In 'n overvolle winkelstraat
Had je nog niets in de gaten
Want je zag wel mensen rennen
Maar je dacht: die zijn een beetje laat
Je zit die avond in je kamer
En buiten breekt de hel los:
De wereld staat in vuur en vlam
Maar je merkt het niet
Want je bent alleen
En met je eigen dingen bezig
En verder weet je nergens van
Dan wordt er gebeld
Je hoort een vaag gerinkel
Voor de deur staat een man
Je weet niet wie het is
Zijn gezicht is zwaar gehavend
Zodat hij nauwelijks spreken kan
En hij zegt:
Alles staat op springen
De wereld staat in brand
Er gebeuren zoveel dingen
En ze lopen uit de hand
En als je niet wilt lijden
Spring dan maar uit het raam
Want geen mens zal je bevrijden
Je ontkomt er niet meer aan
Je draait je om en haalt een bijl
En slaat zijn hersens in
Buiten is het kalm en stil
Terwijl de dag begint