Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
De woorden in de straat van iedereen
Zijn krachteloos en ziek van ongeloof
Want onze oren zijn verstopt en doof
En onze harten zijn verstard tot steen
Men heeft de taal nooit met het oor geijkt
Maar telkens weer naar de fabriek gestuurd
Waar technici haar hebben gladgeschuurd
Zo glad als men geen overhemden strijkt
En nu ligt er geen letter meer verkeerd
Nu is een stoel een stoel, een kast een kast
Er is geen slot waarop geen sleutel past
En brood is tot gebak gedegradeerd
En vrijheid is niet meer dan een systeem
Van vastgeprikte socialigheid
De massa zwoegend van inhaligheid
Zich kronend met een plastic diadeem
De nieuwe steden die de mensheid bouwt
Zijn monumenten van ik weet het niet
Alsof de mens kon leven zonder lied
Alsof het hart zonder de hoop het houdt
De woorden in de iedereense straat
Zijn stoten uit een klankloze klaroen
Wie zegt de kinderen wat ze moeten doen
Om te voorkomen dat hun hoop vergaat
De Woorden was written by Jules De Corte.