Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
Jules De Corte
De vogels zouden na heel lang kniezen
En eindeloos praten een koning kiezen
Een koning die met gezag en ere
Het vogelvolkje kon regeren
De grote vijf, van zessen klaar
Verkozen koning adelaar
Omdat diens geest als spiegelglas
Zo helder en geslepen was
Da's knus, zei de mus
Da's wijs, zei de sijs
Da's flink, zei de vink
Da's braaf, zei de raaf
Da's deut, zei de kneut
Hè, echt? zei de specht
Heel fraai, zei de kraai
Ik fuif, zei de duif
Ik dans, zei de gans
Dat ken, zei de hen
Zo vonden ze allemaal hun nieuwe koning ferm en fiks
Alleen de ijsvogel en de rijstvogel en de kraanvogel zeiden niks
De vorst, eenmaal op zijn troon gezeten
Wou alles over de vogels weten
Hij werd behalve licht reumatisch
Ook meer dan gruwelijk autocratisch
Hij bemoeide zich met dit en dat
Geen vogel die nog vrijheid had
Hij verzwaarde tot elks ongeluk
Wel zesmaal de belastingdruk
Da's flauw, zei de pauw
Da's nep, zei de snep
Da's vuil, zei de uil
Da's haai, zei de gaai
Da's bruut, zei de fuut
't Is pulp, zei de wulp
De ploert, zei de woerd
Die zal ik, zei de valk
Verslaan, zei de haan
Dat ken, zei de hen
Zo zetten ze allemaal de puntjes danig op de x
Alleen de ijsvogel en de rijstvogel en de kraanvogel en de struisvogel zeiden niks
Ze kwamen allen tot één conclusie
Wat wij behoeven is revolutie
En wie het zou winnen was glad om het even
Want zo wou niemand meer verder leven
Dus zetten ze eerst hun koning af
En gaven hem toen een flinke straf
Daarna beslisten groot en klein
De haan zou voortaan koning kraaien
(Allemaal!)
Da's knus, zei de mus
Da's wijs, zei de sijs
Da's flink, zei de vink
Da's braaf, zei de raaf
Da's deut, zei de kneut
Hè, echt? zei de specht
Heel fraai, zei de kraai
Ik fuif, zei de duif
Ik dans, zei de gans
Ik hoor niks, zei de hen
Zo vonden ze allemaal ook deze koning ferm en fiks
Alleen de lokvogel en de spotvogel en de pechvogel en de stropvogel en de struisvogel en de kraanvogel en de ijsvogel en de rijstvogel en de paradijsvogel en de kanarievogel en de pestvogel, die zeiden niks
Waarom zeiden die niks?
Die zaten al in 't parlement