Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Alle lanen in de buurt van toen
Gingen netjes ergens heen
Rijen voor-de-oorloghuizen
Strakke donkerrode steen
Naar de school op de hoek
Naar de brug en nog vlug
Het plantsoen langs naar de winkels
Alle lanen in de buurt van toen
Allemaal behalve één:
Onze laan was eindeloos
Onze laan ging nergens heen
Aan het einde hield de wereld op
Geen huizen meer maar wolken
Tot waar de verre hemel
In de horizon verdween
Onze laan was eindeloos
Onze laan ging nergens heen
En 's zomers was er voetbal
En nog licht tot 's avonds laat
Geur van nevel uit het weiland
Gras en roestig prikkeldraad
En 's zomers dan haalde een man op een fiets
Drie kwartjes voor de ijsbaan
Want 's winters blies de polderwind
Zo ijzig en gemeen
Zodat ik zeker wist:
Onze laan ging nergens heen
Aan het einde hield de wereld op
Geen huizen meer maar wolken
Tot waar de verre hemel
In de horizon verdween
Onze laan was eindeloos
Onze laan ging nergens heen
En zo'n veertig jaren later
Is het toch nog goed gekomen:
Onze laan gaat verder
En de buurt is afgebouwd
Aan het einde hield de wereld op
Geen huizen meer maar wolken
Tot waar de verre hemel
In de horizon verdween
Onze laan was eindeloos
Onze laan ging nergens heen
Onze laan was eindeloos
Deze straat gaat nergens heen