Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Ik was een schuchtere naïeverdV
An de liefde wist ik niets
En opeens riep zij: Dag lieverd
En sprong achterop m'n fiets
En we reden langs de zee
En d'r haren waren blond
En ik vond het onbegrijpelijk mooi
Dat iemand mij een lieverd vond
Fietste naar een rustig plekje
Met dat indrukwekkend kind
Naar een afgelegen stekje
Net een beetje uit de wind
En toen zei ze weer iets liefs
Wat ik niet helemaal verstond
Maar ik vond het onbegrijpelijk mooi
Dat iemand mij een lieverd vond
Ze droeg een vrolijk strooien hoedje
Toen ze daar zo naast me zat
En ik dacht dat kind dat doet je
Ik dacht dat kind dat doet je wat
Ik had het nauwelijks gedacht
Of ze kuste me op m'n mond
En ik vond het onbegrijpelijk mooi
Dat iemand mij een lieverd vond
Ik was niet bepaald een echte vlotterd
Ik kreeg het warm en ik kreeg het koud
Ik weet nog dat ik heb gestotterd
Wat zijn aan zee de zoenen zout
En ik hoor haar lieve lach
Nog volop schallen in het rond
En ik vond het onbegrijpelijk mooi
Dat iemand mij een lieverd vond
Ik heb heel stil naar haar geluisterd
De lieve dingen die ze zei
Toen heeft de zee me ingefluisterd
Kom nog een beetje dichterbij
En toen hebben we gevrijd
Tot de maan te schijnen stond
En ik vond het onbegrijpelijk mooi
Dat ik haar een echte lieverd vond