Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Ik besef dat 'k er vaak heel erg naast zit
Want ik vlinder de boel aan mekaar
Maar ik weet dat mijn fouten me hebben
Gebracht waar ik ben
Het was een doolhof tot 't moment dat ik
Je voor 't eerst zag staan
Ik heb je blindelings herkend
En weet dus
Dat 'k nu echt
Nu echt, heel echt
't gelukkigst ben
Als ik veertig jaar eerder, dan jij was geboren
In een huis in de buurt waar jij woont
Misschien kwam je dan soms op je
Skeelers voorbij, en wat dan?
Als ik in een mensenzee ben is 't jouw blik
Die ik dadelijk herken
En weet ik
Dat 'k nu echt
Nu echt, heel echt
't gelukkigst ben
Je bent het mooist, wat er ooit nog, voor
Me weggelegd zal zijn
Ik weet van een man die stokoud is geworden
Toen hij stil overleed in zijn slaap
En zijn vrouw ging hem na een dag of drie
Vier achterna
Als het kan, als het mag wil ik dat ook
Zo graag met jou
Samen oud
Want ik weet
Dat 'k nu echt
Nu echt, heel echt
't gelukkigst ben