Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Amsterdam
Middernacht
Een hotel zonder sterren
Een kamer met een bed en een stoel
En een kast
Vreemde geluiden in een vreemde stad
Ik keek door de ramen, ik kon niet slapen
Ik dacht
Ik dacht aan een vrouw die in onschuld gelooft
Ik dacht aan een moeder, en ik dacht aan de dood
En ik dacht aan de rust die ik nooit meer zal vinden
Ik dacht aan een kans om opnieuw te beginnen
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat
Kom ik thuis
Ik kom thuis
Ik dacht aan de toekomst en een kamer voor twee
Ik zag hoe de angst voor de liefde verdween
Ik dacht aan een vrouw die in onschuld gelooft
Ik dacht aan een moeder, en ik dacht aan de dood
Ik dacht aan de jaren, met het mes op de keel
Bewonderd, gehaat en mijn angst niet gedeeld
Mijn angst niet gedeeld met een vriend, met een vrouw
Met iemand die wacht tot ik zeg wat ik dacht
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat
Breek ik hier uit
En ik kom thuis
Ik kom thuis
Deze stad van Calvijn gaat zichzelf niet te buiten
Want het vat is nog vol als de kroegen al sluiten
En ik zag mezelf zoeken in een donkere straat
Naar een plaats waar geen laatste ronde bestaat
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat
Kom ik thuis
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat kom ik thuis
Vroeg of laat
Breek ik hier uit
En ik kom thuis
Ik kom thuis
Ik kom thuis
Ik kom thuis