Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Stef Bos
Ze drijven zoals wrakhout op een stille oceaan
De stroming en de wind alleen bepaaldt waarheen zij gaan
Ze vechten nergens tegen en ze willen niemand zijn
Ik zie ze staan ze wachten
Op de laatste trein
Ooit waren zij de schepen die met zilver overladen
De stormen overwonnen op de terugreis naar de haven
Totdat zij op de klippen van de liefde stukgeslagen zijn
Nu doden ze de tijd en wachten op de laatste trein
Degene die hen zal bevrijden is niet ver meer hier vandaan
Het is een zwarte prins van ijzer met een hart zo koud als staal
Ze zullen hem omhelzen en als dan het licht verdwijnt
Zijn ze meegenomen door de laatste trein
Ik ken niet hun verleden maar ik ken wel het gevoel
Het lege voortbewegen zonder denken,zonder doel
Misschien heb ik geluk gehad,misschien had ik ook minder pijn
Ik ken alleen maar de gedachte
Aan de laatste trein
Ik zie de tijd voorbijgaan op een leeggewaaid perron
Het is nu bijna middernacht en stil in dit station
Ik laat ze achter mij de doden,de doden die nog levend zijn
Ik hoor hem in de verte
Daar komt
De laatste trein