Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Handel maar, wandel maar
Jij vrije weggebruiker
Maar laat mijn kind zijn speelgoedhuis
Van koek en kleurig suiker
Nee meeuw, ik wil je wieken niet
Je vrijheid niet
Want heel je hemel liegt
Je taal is glinsterend als een aal
Vol gladde zilveren woorden
En kijk: ze trekken allemaal
Een slijmerig spoor van moorden
Nee meeuw, ik wil je wieken niet
Je vrijheid niet
Want heel je hemel liegt
Hef het glas met wijn, rood
Van de dood van jood en neger
Lest de glans van dit karmijn
De dorst niet van je leger?
Nee meeuw, ik wil je wieken niet
Je vrijheid niet
Want heel je hemel liegt
Dit spel dat ooit op dekens
Om soldaten van zacht tin ging
De dood zweept als een kinderhand
Naar dood of overwinning
Nee meeuw, ik wil je wieken niet
Je vrijheid niet
Want heel je hemel liegt
Vietnam, zo heet je nieuwste spel
Je zet je zwartste stukken in
En ik vergeet mijn dromen wel
Terwijl ik mijn geluk verzin
O meeuw, ik wil je wieken niet
Je vrijheid niet
Zolang je hemel liegt