Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Boudewijn De Groot
Op het platdak wappert je was zo welwillend
Rook uit je schoorsteen kringelt kalm omhoog
Gunstig voor jou en mij
Duiven zijn her en der goedmoedig doende
Dom tussen kiezel en asbest en mossen
Vliegend en vlug van dak naar dak
Naar de drempel, laag laag voorbij
Laag laag voorbij
Een man in het blauw hijst een windwijze wimpel
Blij en voorbeeldig, heer en meester
Hoog in de zon en wind speelt heel plezierig
Draai draai weer bij. Draai draai weer bij
Wind, draai weer bij
Wind, draai weer bij
De brandladder klimt als een kat naar de zon
En handdoeken lachen hoog op je balkon
En vertel me: wie heb je lief lief lief?
Draai draai weer bij
Draai draai weer bij
Draai draai weer bij