De Bolderkar

Wie trekt vandaag de bolderkar
Wie laat de wielen kraken
Wie laat ons bolderend door het bos
Konijnen wakker maken
En herten in de verte zien
En van stokken wapens maken
En in de modder sporen zien
Van ongeziene draken
Zelfs een elf, een enkele keer
In het zonlicht naast de wagen
Alleen ben jij geen kindje meer
Dus of ze er zijn, of ze er zijn
Dat moet je ons maar vragen

Wie trekt vandaag de bolderkar
Langs bergen en kastelen
Om zo op de zandplek in de zon
Zuurtjes uit te delen
En daarna omhoog, omhoog
Je moet wel sterk wezen
Want we willen van de hoogste top
Naar beneden racen
Met de wind in ons gezicht
Vliegend vallen, vallend vliegen
Een, twee, drie, je ogen dicht
Lekker gillen met z'n allen
Tot we stilstaan in het licht

Kijk ons daar staan in onze wereld
Hoe lang zijn we nog zo klein
Dat we in een bolderkar passen
En onbezorgde kleuters zijn

Wie trekt vandaag de bolderkar
Je moet één ding onthouden
We willen onze wereld in
En niet in de jouwe

(c) Rob De Nijs