Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
Paul de Leeuw
's Morgens word ik wakker
Met zo'n onbestemd gevoel
Dan denk ik ach wat kan 't me schelen
Ik laat de boel gewoon de boel:
Neem een doucheje
Strijk een bloesje
En ik hijs me in m'n broek
En ik ga zomaar een middag bij m'n neefjes op bezoek
Zomaar een dag, zomaar een dag
Waarin ik zelf alles mag
Zomaar een dag, zomaar een dag
En wat er ook gebeurt ik lach
En al giet pijpestelen
Moet ik al mijn dekens delen
Of ze zeggen met zovelen
Dat ik nooit meer zingen mag
Het kan me nu niet schelen
Want het is zomaar mijn dag
Of ik ben weer op visite
Op de poef met thee en taart
En ik zie mezelf al zitten
Oh ik voel me net bejaard:
'k zeg excusie, met een smoesie
Meid ik kom nog wel eens aan
En ik pak de trein om 's middags naar de Apenheul te gaan
Zomaar een dag, zomaar een dag
Een dag waarin ik zelf alles mag
Zomaar een dag, zomaar een dag
En wat er ook gebeurt ik lach
En al giet pijpestelen
Moet ik al mijn dekens delen
Of ze zeggen met zovelen
Dat ik nooit meer zingen mag
Het kan me nu niet schelen
Want het is zomaar mijn dag
Als ik 's avonds thuiskom, na zo'n dag dat alles mocht, dan heeft m'n vriend me overal, bij iedereen gezocht: ik wil geen ruzie, 'k zeg excusie, en ik lach m'n liefste lach
Ik kus hem op zijn voorhoofd en beloof hem: 't wordt jouw dag
En ik zing alleen voor jou, wat er ook gebeurd - ik lach!