Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Kijk, kijk! Een jenevervat
Waar komt dat zo gauw vandaan
Wel, plotseling ben ik zat
En helemaal van de baan
De duivel is onder ons
Zeg, hoor je zijn gegons
En als mijn liefste terugkomt
Dan geef ik haar de bons
Soms zag ik een boterknots
Soms zag ik een tulpenzoen
Ik was mijn ouders' trots
Ja, daar was niets aan te doen
Ik kreeg een hoed van Pa
Van Ma een huzarensla
Ik laat mezelf beminnen
Totdat ik ten onder ga
Ik zing voor het groene gras
Ik zing voor de waterkuil
Ik zing voor het struikgewas
Voor de roolvink en de uil
Ik zing de morgen lang
En ben voor geen flikker bang
Want als we naar de hel gaan
Dan gaan we met gezang
Mijn Pa was een handgranaat
Mijn Moeder een karabijn
De dokter kwam veel te laat
En doopte mij in wijn
Mijn Ma noemde me "schavuit"
M'n vader gaf me een fluit
Mijn kamer is niet te donker
Met spinrag voor de ruit
Morgenpsalm was written by Cornelis Vreeswijk.