Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
In Luiland wonen luien
In Uiland wonen uien
Ik Krijgland wonen krijgers
Daar komt bericht vandaan
"De luiaards moeten sterven
Voor ze de boel bederven
De uien waren wij van plan
Om in elkaar te slaan
Het is met ze gedaan"
In Roodland wonen rooien
In Doodland wonen dooien
In Vlugland wonen vluggers
Daar doet men wat men kan
"Die dooien, dames, heren
Die laten we cremeren
Die rooien interneren we
Volgens een grootscheeps plan
Maken er robots van"
Zij, die in Krijgland wonen
Doppen hun eigen bonen
Ze vechten tachtig jaren lang
Dan rusten ze een jaar
Bespreken hun "detailles"
En poesten hun medailles
Ze zitten op hun hersenen
He, zitten die dus daar
Ja, raadt u daar eens naar
Wie wil er generaal zijn
Met stemmen, die nasaal zijn
Geven ze de commando's
Maar soms heerst er paniek
Als er totaal geen zicht is
Doen zij toch wat hun plicht is
Dan tellen zij de lijken
En komen met kritiek
Veranderen hun tactiek
In Blauwland wonen blauwen
In Grauwland wonen grauwen
In Bruinland wonen bruinen en
Hun broeken zijn van leer
Zie ik die bruine schaamte
Dan huivert mijn geraamte
En hoort u spijkerzolen dreunen
Kijk dan maar uit meneer
Want zij marcheren weer...