Jantientje

Jantientje loopt te dansen, te dansen door de straten
Ze kan gewoon het dansen, het dansen maar niet laten
En zeg je: “Hou nou eindelijk je fatsoen!”
Dan zegt ze: “Wat kan ik er nou aan doen!”

Ik kan alleen maar dansen, m’n voetjes zijn zo kriebelig
Ik kan alleen maar dansen, m’n beentjes zijn zo wiebelig
En dansen vind ik trouwens reuze-fijn
Wat zou ik graag een danseresje zijn

Jantientje als de wind waait, Jantientje in de regen
Jantientje loopt te dansen, te dansen langs de wegen
Maar eenmaal wordt ze echt een danseres
En heeft ze vast een reuzegroot succes

Dan kan ze altijd dansen, wanneer haar voetjes kriebelen
Dan kan ze altijd dansen, wanneer haar beentjes wiebelen
Dan zal de hele wereld kunnen zien
Hoe mooi ze wel kan dansen, die Jantien