De voddeman

[Choir, Child]
In de Deegstraat nummer zes
Ringela de rom-bom, ringela de res
Woont de voddenman van Romlestein
Dag, meneer van Romlestein, wat ligt er op uw wagen?
Wat scherven, glas en porcelein
En 'n stukgespeelde speelgoedtrein;
Een ouwe slipjas zonder slip
En 'n kippevelletje zonder kip
En kranten voor alle dagen

[Choir, Child]
Elke morgen strijk en zet
Ringela de rom-bom, ringela de ret
Trekt de voddenman van Romlestein
Door regenweer of zonneschijn en dan loopt-ie maar te vragen;
Wie heeft er een oud wekkertje
Of 'n afgedragen jekkertje
Een overhemd dat niet meer past
En 'n opgebruikte vatenkwast?
Gooi alles maar op m'n wagen

[Choir, Child]
Heb je een versleten fiets
Ringela de rom-bom, ringela de riets
Hoef je daarom niet bedroefd te zijn
Want meneer van Romlestein wil er graag nog wat voor geven;
Een gulden of een knaak misschien
En dan is hij weer blij voor tien
Maar voordat hij weer verder gaat
Van de ene naar de and're straat
Groet hij beslist nog even:
Tot morgen maar weer