Ellie

[Vers 1]
De bel klinkt nog na in de gang
Haar figuur breekt in stukken achter het matglazen raam
Op de deur, die andere naam
Ze doet open, haar hand aan de deur, die glimlach, die geur
En ze vraagt: "Was het makkelijk te vinden?"

[Refrein]
Ze zegt dat ze gelukkig is, zegt dat ze gelukkig is
Zegt dat ze gelukkig is, ze zegt dat ze gelukkig is

[Vers 2]
Dat uitzicht, je woont hier best mooi
Ja, het gaat met zijn tweeën, maar straks dan wordt het te klein
Als over twee jaar de kinderen er zijn
De koffie is klaar, dat haar, datzelfde gebaar
En ze vraagt: "Nog steeds melk en suiker?"

[Refrein]
Ze zegt dat ze gelukkig is, zegt dat ze gelukkig is
Zegt dat ze gelukkig is, ze zegt dat ze gelukkig is

[Vers 3]
"We gaan eens naar IJsland dit jaar
Nee niet in Augustus, want 's zomers dan is het zo druk
Ja, in de winter dan scheelt dat een stuk"
Het bankstel te laag, het vloerkleed te dik
Ze volgt mijn blik en ze vraagt: "Blijf je eten?"

[Refrein]
Ze zegt dat ze gelukkig is, zegt dat ze gelukkig is
Zegt dat ze gelukkig is, ze zegt dat ze gelukkig is

[Vers 4]
"Het spijt me ik moest weer eens gaan
Nee, ik kan echt niet blijven, ik heb vanavond nog zoveel te doen"
Heel voorzichtig geeft ze een zoen
Haar hand aan de deur, die glimlach, die geur
Ze aarzelt en zegt: "Je moet gauw weer eens komen"

[Refrein]
Ze zegt dat ze gelukkig is, zegt dat ze gelukkig is
Zegt dat ze gelukkig is, ze zegt dat ze gelukkig is