Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Herman van Veen
Zij ligt naast haar man
Hij ligt naast zijn vrouw
En allebei denken zij aan een ander
Zij weet niets van haar
Hij weet niets van hem
Zij zoeken hun heil in een ander
Wat doet hij nog bij zijn vrouw
Wat doet hij nog bij haar man
De een houdt zich goed voor de ander
Alleen in een hotel
Opgewonden stil en snel
Twee stukken verdriet op een vrijdag
Gaat zij bij hem weg
Of hij bij haar
Of vreet het een weg naar een ander