Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Cornelis Vreeswijk
Ridder aan de ketting en ridder zonder slot
Ridder in de bajes, schipper naast God
Prettige kerstdagen en gelukkig nieuwjaar
Zo niet, is het nog altijd niet onprettig, nietwaar?
Ik ben een arme ridder en daar kan je van op aan
Van Amsterdam naar Stockholm en meteen weer daarvandaan
(Yeah)
Dansers in Leningrad, dansers in Koeweit
Dansen alle pijn poets weg, verdansen hun tijd
Hun harten zijn motoren, gestookt met muziek
Dans de dood te barsten van New York tot Reykjavik
Zelf blijf ik rustig zitten in een luie stoel
Want hij die nuchter dansen gaat valt op zijn smoel
(Yeah)
Ginnegap in Las Palmas en een lachertje in 't verkeer
Maar de zotteklap in het groene bos die grinnikt nooit meer
Eerst lachte hij een zich een ongeluk, toen zoop hij zich zat
Daarop een overdosis en toen had-ie het gehad
Hoor de ridder zingen, liggend in de goot
't Leven is gevaarlijk want je gaat eraan dood
(Yeah)
Ridders in de Randstad, ridders aan de haal
Ridders tot genoegen, einde verhaal
Ridders in ballingschap, de tijd gaat voorbij
Volgend jaar in Jeruzalem? Nou nee, maar wel liever vrij
Ondertussen galm ik verdrietig mijn gezang
Ik ben een arme ridder, en ik ben voor de dood niet bang
Ondertussen galm ik verdrietig mijn gezang
Ik ben een arme ridder en ik ben voor de dood niet bang
De ballade van een arme ridder was written by Cornelis Vreeswijk.