Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
Jeroen Van Merwijk
[Verse 1]
Ik heb m'n moeders ogen
Ik heb m'n moeders kin
Ik sta net zo af te drogen
Ik schenk net zo koffie in
Ik heb m'n moeders haren
Ik heb m'n moeders blik
D'r neus, en d'r gebaren
Maar wat van mij ben ik
[Chorus]
Wat van mij ben ik?
Wat van mij ben ik?
Ik ben voor een deel m'n moeder
Maar wat van mij ben ik?
[Verse 2]
Ik heb mijn vaders handen
Ik heb m'n vaders stem
Z'n oren, en z'n tanden
Ik heb zo veel van hem
Ik sta nеt zo brood te smeren
Dе boter net te dik
Ik kan net zo reageren
Maar wat van mij ben ik
[Chorus]
Wat van mij ben ik?
Wat van mij ben ik?
Ik ben voor een deel m'n vader
Maar wat van mij ben ik?
[Bridge]
Ben ik een som van het verleden?
Geschiedenis in elke gen
Doe ik wat al degenen deden
Waaruit ik voortgekomen ben
En als ik verander
Wat van wie komt er dan bij?
Wat van mij is van 'n ander
En wat van mij van mij?
[Verse 3]
In mijn ouders ouders
Zie ik mezelf terug
Ik heb mijn opas schouders
En mijn omas kromme rug
[Chorus]
Wat van mij ben ik?
Wat van mij ben ik?
Wat van mij, is van een ander?
En wat van mij ben ik?