Het is hier kil de lucht zo grijs
Het leven lijkt één enkele reis
Tot aan de dood
Geen tijd om stil te staan
De hemelboog van Isfahan
Is als een oceaan van licht
In Holland lijkt de zon
Als druppels water op de maan
Mijn naam is Farah Fatima
Net als mijn moeder en mijn oma
Hier hoor ik hem maar soms
Soms van mijn zoon
Mijn man Mahsoud
En op het stadhuis
Waar ik mij melden moet
In zwart gehuld van top tot teen
Snellen mensen langs mij heen
Ik ben hun blik niet waardig
Een fietser stopt, vraagt onbeschoft
Wat ik hier doe op zijn terrein
En of ik iets aan heb onder dat gordijn
Ik voel me in dit Nederland
Een Fatima Morgana
Als in een stomme film
Ik zou zo graag eens laten zien
Blijf hopen dat ik ooit misschien
Kan wezen wie ik ben
Ons welkom was een compromis
Want zo lang niet duidelijk is
Voor welke moordenaars wij vluchten
Is ons verblijf nog tijdelijk
We zijn er wel maar eigenlijk
Bestaan we niet
De kinderen hier groot gebracht
Verloren lopen zij bij nacht
Bij nacht en ontij door de straten
De vrouwen zien mij spottend aan
Mijn man gluurt hen verlekkerd na
Het leven met twee maten
Oorlog is een mannenstrijd
Verliezen zij, blijft nog altijd
Hun macht over ons vrouwen
De echte vijand dat zijn wij
Huil ik niet meer pas dan kan hij
De vrede echt vertrouwen