Elke dag opnieuw begin ik een nieuw leven
Zet ik een dikke vette punt achter mijn misselijk bestaan
Niks bakte ik dan lucht van ouwe teven
Om kokhalzend en brakend gif op af te geven
De strontvliegen waren niet van me af te slaan
Elke dag opnieuw wens ik radicaal te breken
Met mijn miesje mislukken in de dagen van hiervoor
Mijn slijmen was geducht, gedoemd mijn faken
Kwam ik er niet mee weg, dan ging ik ermee vandoor
Elke dag opnieuw besluit ik voorgoed te kappen
Snij de beurse plekken weg uit mijn verrotte lijf
Dat als het erop aankwam zich willoos liet verslappen
Dat nooit eens op een standpunt of ruggengraat was te betrappen
En die klotehouding van me vloek ik tot een karakter stijf
Elke dag opnieuw begint het me meer te dagen
Hoe ik mijn beste jaren met braafheid heb verklooid
Met steeds ja en amen knikken op de idiootste vragen
Met slikken zonder kikken wat ze mij op kwamen dragen
Waarmee ik keer op keer mezelf te grabbel heb gegooid
Elke dag opnieuw besef ik het steeds beter
Moet breken met dat verleden en breken met die tijd
Dat ik er nog in geloofde tegen beter weten
De pan wordt almaar leger en de soep dus almaar heter
Mijn lippen aan de hel verbrand, mijn hart verschroeid van spijt
Elke dag opnieuw verwens ik heel de aarde
Verwens ik God, de mensheid, maar bovenal mezelf
Vervloek mijn kleffe stem die liefdesliedjes baarde
Vervloek mijn linkerhand die er slagzij bij gitaarde
Maar stopte als het menens werd en zei: ‘Het is maar spel’
Elke dag opnieuw wil ik die ander worden
En stappen uit deze schertsvertoning van halfbakken schijn
Me schofterig binnenvechten bij die losgeslagen horde
Die Christus aan het kruis hun lans zijn zij in porde
En eindelijk de kerel worden die ik altijd al wou zijn