Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Bart Peeters
Ik zei tegen mijn huishouden: komaan we gaan op trip
Terug naar de natuur en zonder luxe, dat is hip
We trekken ons diep terug in één of andere wildernis
Akkoord zei onze kleinste als er maar wifi is
Als er daar maar wifi is
De bomma is gestorven, zei ik, spijtig maar dat mag
Dat overkomt wel vaker mensen op hun oude dag
Pech, zei onze jongste, ’k zal de bomma Skypen dan
In de hemel is er vast wel wifi dus dat kan
Vast wel wifi dus dat kan
Of dat wel zo is ’k zou het niet weten
Ik hoor liever tot de club der digibeten
Ik heb nooit de indruk dat ik echt veel mis
Als er ergens weinig wifi is
Ergens weinig wifi is
Het nieuwste lief van onze dochter belde aan de deur
Ik wil flexibel zijn, ik haat mezelf als ik zeur
Maar zijn allereerste woorden vond ik toch een raar begin
Wat is hier de wifi-code was zijn eerste zin
’k Dacht die komt er nooit meer in
De wifi-code, ’k zou het echt niet weten
Ik hoor liever tot de club der digibeten
De wifi-code: werkelijk geen idee
Ik zoek zelfs m’n heil niet in 4G
Zelfs m’n heil niet in 4G
Ons land is klein maar prachtig
Maar het wordt spijtig genoeg
Vooral verenigd door de nationale voetbalploeg
En schieten ze tekort daar op het heilig gras
Weet dan zeker dat er daar te weinig wifi was
Veel te weinig wifi
Veel te weinig wifi
Veel te weinig wifi was