Ik liep vandaag in de stad
Mensen spraken mij aan
Alsook een oude vriend
Met een heldere oogopslag
Met een heldere oogopslag
Ik liep vandaag in de straat
Daar waar ik lang heb gewoond
Even leek het op toen
Met een verrassende glans
Met een verrassende glans
In de tabakswinkel vroeg de man
Hoe het met me ging
Ik zei: we leven in een andere tijd
Hij zei: niets gaat zomaar voorbij
Niets gaat zomaar voorbij
Zomaar voorbij
Niets gaat zomaar voorbij
Zomaar voorbij
Niets gaat zomaar voorbij
Gaat het verleden in rook op
Als in een mistige droom
Heeft het ooit bestaan
Was er niets van waar
Er is geen antwoord op de vraag
Er is alleen verwondering
Als op deze winterdag
Deze winterdag
Deze vreemde dag
Zomaar voorbij
Niets gaat zomaar voorbij
Zomaar voorbij
Niets gaat zomaar voorbij